Humor bij de tumor

Mensen met kanker verplegen en begeleiden is best serieus werk. Toch heb ik daarnaast ook heel wat afgelachen. Zowel met mijn collega’s als met de patiënten zelf. Het was soms best wel raar voor mensen als ik zei dat het werk als oncologieverpleegkundige heel leuk is. Ik moest daar dan bij zeggen dat het vooral heel erg dankbaar en zinvol werk was. Ook zat er werk bij wat andere mensen nooit zouden kunnen doen omdat ze dat niet zouden trekken. Wij deden dat wel en hielden dat heel goed vol door vooral heel veel lol te maken met elkaar en zoveel mogelijk te lachen. Je had dus gewoon een sterke tegenhanger nodig en dat was humor.

Hoe zwaarder de afdeling des te leuker het daar was

Gaandeweg in mijn verpleegkundige opleiding, die ik toenmalige Westfries Gasthuis deed, kwam ik erachter dat hoe zwaarder de afdeling was des te leuker waren de collega’s en de sfeer op de afdeling. Laten we zeggen dat je het ook niet voor het geld deed. Dat hield je daar niet vol. Zo werden mijn ogen van de lach geopend door samen te werken met mijn homoseksuele collega Marc. Niet dat dat wat uitmaakte maar Marc was vooral echt gay. Door hem heb ik ook de betekenis van gay leren kennen want Marc was altijd gezellig en vrolijk en je kon altijd met hem lachen. Met hem samenwerken was altijd een feestje. Marc kon heel serieus en zeer punctueel zijn werk doen maar als er gelachen kon worden of we konden iets geks doen, was hij van de partij. Marc verhoogde de sfeer op de afdeling met zijn aanwezigheid. Hij zong en danste met de patiënten en zijn vrolijkheid en lach stak iedereen aan. Als mensen weer werden opgenomen vroegen ze altijd als eerste (tot ergernis van een enkele collega want “ik ben toch ook leuk”) of Marc er ook was. Marc had voor zijn eindopdracht voor zijn verpleegkundige opleiding een werkstuk gemaakt die heette: Humor bij de tumor.

Mijn eigen vorm van humor bij de tumor

Ik kon Marc natuurlijk niet nadoen met zingen en dansen want dat paste gewoon niet bij mij. Maar voor een lolletje was ik altijd wel in. Toetsen van het toetsenbord verwisselen of een nep rat aan de binnenkant van een keukenkastje vastplakken met een touwtje. Dat zodra je het kastje opendeed de rat op je afsprong en je de gil van de voedingsassistente aan het einde van de gang kon horen. Of een nep drol bij een verwarde patiënt op de grond neerleggen zodat mijn collega die zou vinden. Of een rubberen goudvis in een infuuszak stoppen. Ook heb ik wel eens appelsap in een urine katheterzak gedaan. Dan dronken we eruit waar een leerling bij was en zeiden we dat je zo kon bepalen of iemand diabetes had. Een nep spin op het plafond bij de secretaresse deed het ook altijd goed. Op een gegeven moment was er een collega die niet meer met mij wilde lunchen omdat ik vaak zei waar haar eten op leek en dan hoefde zij het niet meer.

Een grap bedacht het nooit van tevoren. Ze diende zich gewoon aan.

We merkten met de lol die wij onderling hadden dat de patiënten het ook heerlijk vonden om ons te horen lachen. Lachen werkt tenslotte net als gapen heel erg aanstekelijk. Naast de humor met collega’s onderling maakte ik met de patiënten ook veel lol. Zo maakte ik mijn eigen dag ook een stuk leuker. Geen grap bedacht ik van tevoren. Ze diende zich gewoon aan. De flauwe grap om, in plaats van douchegel, met een vragende en iets onnozel kijkend gezicht de Glorix fles aan te komen toverde toch altijd wel een glimlach op mensen hun gezicht. Hoe beroert zij zich ook voelden. De stemming was al gezet bij de aanvang van de dagelijks wasbeurt.

Happiness can be found, even in the darkest of times, if one only remembers to turn on the light.

Op zaal was een mevrouw haar pruik aan het kammen die voor haar op bed lag en floepte ik eruit dat het net een cavia was die zij aan het kammen was en iedereen proestte het uit van het lachen. Ik merkte op dat er onderling meteen meer verbinding ontstond met de mensen onder elkaar als er gelachen werd. Het relativeerde en maakte dingen belachelijk en stukken luchtiger. Met een lach zet je ook iemand in zijn kracht en kon hij de narigheid weer wat beter aan. Als je lacht worden de geluk hormonen endorfine, serotonine en dopamine aangemaakt. Zij hebben een kalmerend en pijnstillend effect, zorgen voor een ontspannen houding, een zorgeloos en opgewekt gevoel en dragen zo bij aan een positief effect op het immuunsysteem.

Zo was er eens een mevrouw met hele grote borsten die ik hielp onder de douche en toen flapte ik eruit dat ze daar vroeger vast wel heel veel succes mee heeft gehad. Met een hele grote glimlach alsof die mooie herinneringen meteen weer even opkwamen bekende ze dat meteen vol trots. Alsof ze weer even die jonge vrouw was.

Mijn tijd in het Antoni van Leeuwenhoek

In het Antoni van Leeuwenhoek (AVL) ziekenhuis heb ik ook nog zes jaar gewerkt en ook daar heb ik heel wat afgelachen. Onderling hadden we de zwartste humor die je maar kon bedenken. De deuren moesten dan ook echt dicht. Ook in de koffiekamer deden we de deur dicht omdat we een keer zo luid gelachen hadden dat we een klacht hadden gekregen. Dit kwam omdat bij de dichtstbijzijnde kamer iemand op sterven lag. Maar dat wisten we toen helemaal niet.

Ter motivatie om uit bed te komen

Soms moesten mensen gemotiveerd worden om uit bed te komen om even te komen zitten. Dan zei ik altijd dat de meeste mensen doodgaan in bed. Zo stapten ze een stuk vrolijker uit bed en voelden zich rechtop meteen een stukje beter. Een mevrouw die vanwege de chemokuren kaal was geworden had zo een dure pruik dat je er een leuke tweedehands middenklasser voor kon aanschaffen. Omdat mijn haren altijd zo kort waren vond zij dat ik een keer haar pruik op moest zetten. Dat deed ik natuurlijk met alle plezier en de grootste lol. Zij moest er zelf hartelijke om lachten. Met zou iemand heb je dan meteen een heel leuk contact.

Ook in het hospice mocht er gelachen worden

Al was ik er nooit naar opzoek maar hoe ziek of hoever mensen op hun eind ook waren toch lukte het soms nog steeds om mensen een glimlach op hun mond te laten verschijnen. In het hospice was er een meneer die ik zou sederen om te overlijden. Maar we moesten nog even wachten met het spuitje omdat de familie nog moest komen om afscheid te nemen. Bij hem lag zijn laken zover open dat je zijn incontinentiemateriaal kon zien. Door met een knipoog het laken dicht te slaan en te zeggen ‘wel een beetje netjes doodgaan he’, toverde ik nog een laatste glimlach op zijn gezicht.

Ik vond het ook altijd leuk als de dokters in opleiding hun verpleegkundige stage van 7weken bij ons kwamen doen. Deze stage was bedoeld om hun alvast kennis te laten maken het werk dat wij als verpleegkundigen deden. Dat zullen ze geweten hebben ook. We betrokken ze daarom het liefst bij zoveel mogelijk vieze en onsmakelijke klusje zoals poep en braaksel. De smerige gezichten die je ze toen zag trekken was kosteloos om te zien. We zorgde er dus altijd wel voor dat ze ons niet zomaar zouden vergeten en respect voor ons en ons vak zouden hebben.

Waar ik het hards om heb gelachen.

Het hardste heb ik gelachen toen ik bij een net opgenomen patiënt nog het naamkaartje aan zijn bed met zijn naam erop moest aanbrengen. Dat kaartje moest bij zijn voeteneinde zodat je herkende wie er bij dat bed hoorde als de patiënt bijvoorbeeld sliep of er niet was. Mijn avonddienst begon net en ik had hem nog niet ontmoet. Met het kaartje in mijn hand liep ik de kamer op. Deze man zei meteen kijkend naar het kaartje: ‘hé, is dat voor om mijn teen?’ ‘Nee, nog niet’ flapte ik eruit en we bescheurden ons beide tot tranen in onze ogen van het lachen nog voor we ons hadden voorgesteld. Je kunt je wel voorstellen dat het contact meteen goed zat tussen ons.

Uiteraard had ik met iedereen wel lol maar met mijn collega Tineke heb ik toch wel het meeste gelachen. Als zij pauze had moest de deur van de koffiekamer zeker dicht. Net zoals met mopperige mensen die altijd dingen naar zich toe trokken om over te mopperen. Zo trok zij altijd leuke dingen naar zich toe waar je om kon lachen. Ze maakte de leukste en meest hilarische dingen mee. Ze kon het ook altijd heerlijk en met veel joligheid vertellen. Tineke zat vaak in de nachtdienst en ik zocht haar dan ook altijd even op als ik tegelijk werkte om even te kunnen lachen. Zo kon ik weer een paar uurtjes door.

Dankjewel Tineke en Marc en alle andere collega’s voor de fijne samenwerking! Ik denk er nog met heel veel plezier aan de mooie en bijzondere tijden terug.

 

Er is een Vlaamse serie die heet: Gevoel voor tumor

Marcellino Bogers en Francisca Kleijer hebben er een leuk boek over geschreven: Humor als verpleegkundige interventie 2.0