Tweelingverlies in de moederschoot

Tweelingverlies in de moederschoot kan tot sociale en relationele problemen leiden tot in de volwassen leeftijd.

Heb jij wel eens last van gevoelens van eenzaamheid, in de steek gelaten zijn of dat je iets mist in je leven maar niet weet wat dat is? Kamp je met schuldgevoelens terwijl je niet weet wat je gedaan hebt waar jij je schuldig over zou kunnen voelen? Lukt het maar niet om de partner te vinden die aan jouw wensen voldoet? Voelt de ander niet als de juiste? Of vind je het moeilijk om je te hechten aan een ander en ga je relaties uit de weg? Dan zou het best wel eens kunnen zijn dat je, zonder dat je het weet, de helft van een tweeling bent.

Vroeger en nu

Jaren werd er door de medische wereld gelooft dat het kind pas vanaf een jaar of drie, vier zich dingen kan herinneren. Vanuit onderzoeken weten we nu dat het lichaam ook ervaringen opslaat. Ervaringen die van invloed zijn voor de rest van ons leven. Zelfs al vanaf de conceptie. Toen ik dit voor de eerste keer hoorde vond ik het moeilijk om te geloven. Maar hoe meer ik mij hierin begon te verdiepen, des te meer ben ik het gaan zien. Dan met name in mijn praktijk waar ik mensen begeleid met psychische en emotionele problemen. De levensverhalen die zij vertelden wijzen bijna allemaal terug naar het prenatale stuk (in de baarmoeder) van hun leven. Het bewijs zat dus voor mij. Ondertussen ben ik er heilig van overtuigd dat het zo is. De moederschoot is één van de belangrijkste en meest beïnvloedbare plekken waar we gevormd worden voor de rest van ons leven daar buiten.

Hoe vaak tweelingverlies in de moederschoot voorkomt

Sinds de jaren 80 is het percentage geboren tweelingen met een derde gestegen, van 9 naar 12 op de 1000 geboorten. Wat velen niet weten is dat het aantal tweelingzwangerschappen bijna tien keer zo hoog is. Dit betekent dat bij zo een negen van de tien tweelingzwangerschappen de ene helft het wel haalt en de andere niet. Dit heeft in sommige gevallen grote gevolgen voor het kind dat het wel overleeft. Dit kind is zich wel degelijk bewust van wat er gebeurt in zijn omgeving. En maakt alles van dichtbij mee. Dit eerste verlies van zo een jong leven wordt als onverwerkte ervaring op onbewust niveau tot in de volwassen leeftijd meegenomen. Naast dat het ervaren kan worden als een deel van zichzelf dat het kleintje verliest kan het er ook niet van weg of er überhaupt iets aan doen en is machteloos. De moeder is zich hierin de meeste gevallen niet bewust en wordt dan iets wat het jonge kind op onbewust niveau met zich meedraagt. Hoe het kind tot in de volwassen leeftijd in de wereld staat is hierin alvast beklonken.

Oorsprong claustrofobie ligt soms bij tweelingverlies

Het ergste is nog dat vooral tweelingen zich enorm verbonden voelen met elkaar en de beschadiging daardoor nog intenser wordt ervaren. Helemaal als het na het overlijden als een dood, verhard klompje in dezelfde ruimte blijft drijven. Claustrofobie heeft hier naast het vastzitten in het geboortekanaal zijn oorsprong in. Kleine ruimtes doen het lichaam namelijk denken aan de ervaringen in de baarmoeder. Het lichaam reageert daarop met angst- en paniekaanvallen terwijl er op dat moment niets aan de hand is. Dat is enerzijds natuurlijk heel vervelend en aan de andere kant wonderlijk dat het lichaam, vanuit een overlevingsreflex, daar zo op reageert. Maar dat komt lang niet altijd gelegen.

Waar het kindje blijft dat het niet redt

Sommige overleden kindjes worden opgenomen in de placenta en kunnen teruggevonden worden als verhard stukje. Sommige worden platgedrukt tegen de baarmoederwand. Een enkeling wordt opgenomen door het overlevende kind en kan soms, op latere leeftijd, als tumor teruggevonden worden ergens in het lichaam. Hierin zijn dan resten haar en tanden te vinden.

Andere gevolgen van tweelingverlies in de moederschoot

Sommige van de halve tweelingen hebben het idee ontwikkelt dat het hun schuld is dat hun broertje of zusje dood is gegaan. Zij voelen zich schuldig omdat zij denken dat het door hun komt dat hun broer of zus is overleden. Dat ze teveel voeding of ruimte hebben ingenomen of de overtuiging hebben de ander te hebben doodgetrapt. Dit zijn zeer heftige gevoelens. Dit schuldgevoel dragen zij hun hele leven als last met zich mee zonder te weten waar dat vandaan komt. Want hoe ouder de overlevende helft wordt, des te meer het in vergetelheid raakt. Kinderen kunnen in sommige gevallen nog heel goed vertellen of tekenen hoe het in de baarmoeder was. Zo voor hun vijfde levensjaar kan je kinderen nog vragen hoe het in de baarmoeder was en kunnen zij je dan verbazende antwoorden geven. Zodra het kind naar school gaat wordt dit al wat lastiger. Er kan ook veel boosheid en verdriet opkomen. “Want we zouden toch samengaan?” En de ander heeft zich niet aan deze afspraak gehouden. Dit komt nog bovenop de pijn van het verlies. Dit roept tot in de volwassenheid gevoelens op van eenzaamheid en in de steek gelaten zijn die tot somberheid en depressieve gevoelens kunnen leiden.

Hoe kom je aan een huilbaby

Iedereen weet dat tweelingen nauw verbonden zijn met elkaar en dat de een kan voelen wat de ander voelt. Het verlies in de baarmoeder brengt daarom veel verdriet met zich mee. Je hebt immers het liefste verloren wat je had. Dit verdriet kan een pasgeborene er meteen al uitgooien waardoor het onbegrensd gaat huilen. Een deel van de huilbaby’s heeft hiermee te maken. Als je dat als ouder niet weet is dat best wel lastig. Zo kan je enorm gaan twijfelen of je het wel goed doet met je kindje. Als dit kind groter wordt en op de volwassen leeftijd weer met verlies te maken krijgt kan dat de oude, onverwerkte pijn weer oprakelen. Zo kan het verlies van bijvoorbeeld een opa of oma veel heftiger zijn dan voor anderen in de familie die niet die ervaring hebben van een tweelingverlies. Zo kan de ervaring van rouw niet in verhouding staan met het recente overlijden. Maar er kan nu eindelijk wel gerouwd worden om het oude verlies. Wordt deze ‘kans’ niet aangepakt en wordt het verdriet weggestopt dan kan dat uiteindelijk tot andere klachten gaan leiden zoals angst- en paniekaanvallen.  De verlatenheid, het verlangen en de pijn hebben een plekje in je hart nodig. Het lichaam gaat dan allerlei signalen geven om dit voor elkaar te krijgen. Dan is het goed om daar naar te luisteren.

Hechtingsproblematiek

Andere overlevende tweelinghelften vinden het moeilijk om zich te hechten aan anderen en dan met name in intieme relaties. De weerstand zit hem erin dat ze de pijn van dit verlies niet nog een keer willen ervaren. Daarom is het beter om maar niet meer te hechten aan de ander. Mocht dit wel gebeuren dan zal elke breuk de oude pijn weer doen opvlammen. Als je dan geen idee hebt van een tweelingverlies zal de pijn op de verbroken relatie worden geprojecteerd. Mocht er wel aandacht voor zijn dan wordt het al veel duidelijker wat er aan de hand is. Als onbewuste halve tweeling kan je het gevoel hebben steeds maar opzoek te zijn naar iets, maar niet wetende waarnaar. Dit wordt ervaren als een gevoel van onbekende leegte en gemis, een diepe hunkering naar verbinding. Halve tweelingen zoeken de diepe verbinding die zij hadden bij hun wederhelft bij de ander. Omdat dit onmogelijk is stuiten zij steeds weer op een teleurstelling. De ander kan daar namelijk nooit en te nimmer aan voldoen. De arme ouders, broers, zussen, vrienden en partners. Zij zijn helaas niet de juiste. De halve tweeling is in hun opzoek naar iets anders. Hij zoekt zijn tweelinghelft bij de mensen die hem het meeste nabij zijn. Het vinden van de juiste partner kan, zonder de weet van een tweelingverlies, elke keer weer uitmonden in een teleurstelling.

Je mag stoppen met zoeken

Als bij bovenstaande klachten niet bekend is dat het om een tweelingverlies gaat kan je therapieën wat je wilt, de situatie blijft hetzelfde. Door er kennis van te hebben en te kunnen voelen en ervaren dat het zo is, maakt het allemaal een stuk duidelijker. Je hoeft als halve tweeling niet meer opzoek omdat je weet dat je het toch niet gaat vinden bij een ander. Misschien kan je nu eindelijk werkelijk rouwen om het verlies van wat jou zo ontzettend dierbaar is geweest. Wellicht kan er een nieuwe vorm van relatie ontstaan met de overleden broer of zus en daarmee met andere naasten.

Een goede basis helpt bij de gevolgen van tweelingverlies

Niet voor iedere halve tweeling geldt dat die psychische of emotionele problemen moet hebben na het verlies in de moederschoot. Als er liefdevolle, energieke en stabiele ouders zijn die de klap goed hebben weten op te vangen, dan scheelt dat een hoop. Als zij een goede basis hebben weten te geven en voldoende ruggesteun en creativiteit hebben meegeven hoe je in het leven kunt staan, kan dat een hoop ellende besparen op het gebied van werk en relaties.

Hoe weet je dat je er een van een tweeling bent

Is er echter een probleem in de hechting omdat een of beide ouders iets naars in hun verleden hebben wat zij met zich meedragen, dan kan het dubbel zo zwaar wegen. Hoe weet je nou dat je er één van een tweeling bent? Het kan natuurlijk zijn dat jij je in het bovenstaande herkent en ergens in geraakt wordt van wat je gelezen hebt. Als therapeut zijn dat aanwijzingen dat we op de goede weg zitten. Ik zet ze, naast andere aanwijzingen die een teken kunnen zijn dat je niet de enige in de baarmoeder was, nog even voor je op een rij.
  • Je maar half te voelen. Alsof je op halve kracht draait;
  • Steeds maar het gevoel hebben iets te missen wat je gelukkig maakt;
  • Als kind en misschien nog steeds als volwassene heel erg eenzaam te voelen. Een gevoel van eenzaamheid dat er ook is als je bij anderen bent;
  •  Jezelf niet toestaan gelukkig te zijn of veel geld te hebben;
  • Een verlangen naar de dood omdat je diep van binnen ernaar verlangt bij de ander te zijn;
  • Schuldgevoelens alsof je iets afpakt van een ander of dat het jouw schuld is als anderen zich niet gelukkig voelen;
  • De neiging te hebben om dingen dubbel te kopen;
  • Diepe angst om verlaten te worden;
  • Onduidelijke angst- en paniekaanvallen;
  • Wel relaties aan kunnen gaan maar geen enkele partner echt toe kunnen laten.

Dan zijn er nog fysieke aanwijzingen die kunnen duiden op een tweelingverlies.

  • Tussentijds bloedverlies. Meestal in de eerste drie maanden van de zwangerschap;
  • Zwangerschapsvergiftiging;
  • Verhardingen in de placenta.
Er zijn ook nog therapeutische tools die kunnen aanwijzen dat er wellicht sprake is geweest van een tweeling verlies. Hierbij de kanttekening dat het nooit honderd procent is en dat het goed is om je te blijven afvragen of het klopt. Ook is het raadzaam om niet van één bron uit te gaan en om meer informatie naast elkaar te leggen. Door middel van het verhaal dat mensen mij vertellen gaan er soms al wat belletjes rinkelen die kunnen duiden op tweelingverlies. Daarnaast kan een visualisatie van de reis in de baarmoeder informatie vanuit het onderbewustzijn omhoog helpen komen. Dit werkt bij het maken van tekeningen net zo. Via familieopstellingen kan het naar bovenkomen als ook met kinesiologische spiertesten. Tijdens diepe ontspanningen in warm water in bijvoorbeeld een thermobad of floatingcabine. Dit is een situatie die vergelijkbaar is met de baarmoeder en zo oude ervaringen naar het bewustzijn kan laten komen.

Wat is er aan een tweelingverlies in de moederschoot te doen?

Het begint bij erkennen dat het er is. Zelf bieden wij de baarmoederreis aan waarin je via het lichaam gaat onderzoeken hoe het was in de baarmoeder. Hierdoor komen dingen aan het licht die in een gesprek nooit naar boven zouden zijn gekomen. Dit is een vorm van emotioneel lichaamswerk die je heel wat praatsessies kunnen schelen. Wil je hier meer informatie over? Neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op. Bronvermelding: het drama in de moederschoot van B. Austermann en A.R. Austermann