Soms zou ik willen dat het anders was
Niet zo oud voelen als een stok
Maar weer lekker zo jong als gras
Soms zou ik willen dat het anders was
Weer lekker nat achter mijn oren
En niet zo droog als as
Soms zou ik willen dat het anders was
Niet zo’n koud en vies nat weer
Lekker buiten lopen zonder jas
Soms zou ik willen dat het anders was
Geen deuk in mijn auto
Maar gewoon een kleine kras
Soms zou ik willen dat het anders was
Niet dat langzame geslenter
Maar gewoon een snelle pas
Soms zou ik willen dat het anders was
Eten en snaaien wat ik wil
En gewoon mijn broeken nog pas
Soms zou ik willen dat het anders was
Dat ik niet zo nadruppel in mijn broek
Maar gewoon alles in de pot uitplas
Soms zou ik willen dat het anders was
Dat ik de kleine lettertjes scherp kon zien
En een boek zonder bril las
Maar ach, met al dat gemopper ben ik steeds in verzet
Ik ben weg uit het nu en mis zo alle pret
Ik kan natuurlijk blijven mopperen en klagen
en om wat ik mis blijven vragen
Het houd mij in het verleden of in de
onbestaande toekomst en dat maakt het zo cru
Gewoon tevreden zijn met wat ik heb,
alles loslaten en lekker zijn in het nu
In het verleden zitten met al die spijt
Zit ik in een onvoltooid verleden tijd
Dat was dat en dat was toen
en daar is toch niks meer aan te doen
Daar kan ik in blijven hangen als
in een onvervuld verlangen
Het is wat het is en het geeft toch geen pas
Want het wordt toch nooit meer zoals het was.
Uit eigen koker