Het lied van de parel wordt verteld door een koningszoon. Hij vertelt hoe hij genoot van de weelde van zijn vader, de koning van het Oosten, Parthië. Dan wordt hij door zijn ouders van zijn koningsmantel ontdaan, voorzien van proviand, en naar een ver land, Egypte, gestuurd. Hij krijgt de opdracht in Egypte een parel te zoeken die bewaakt wordt door een angstaanjagende slang. Ze vertellen hem dat hij zijn koningsmantel pas terug kan krijgen als hij die parel mee naar huis terugneemt. Hij zal dan ook weer verenigd worden met zijn tweelingbroer en samen zullen ze het koninkrijk erven.
Egypte
Als hij in Egypte is aangekomen, weet hij inderdaad de slang te vinden, en gaat naast de slang zitten afwachten tot de slang in slaap valt. Ondertussen kleedt hij zich als Egyptenaar: die kleren worden “vies en onrein” genoemd. Maar toch wordt hij als vreemde herkend door de Egyptenaren. Zij geven hem te eten en hij valt in slaap. Ondertussen is hij er zolang dat hij de zeden van het vreemde land aanneemt en wordt zo een ‘zoon van het land. Daardoor vergeet hij wie hij in oorsprong is, waar hij vandaan kwam en wat zijn opdracht is.
De brief
Zijn ouders en zijn broer ontdekken wat er met hem gebeurd is. Zij schrijven hem een brief waarin ze hem oproepen om wakker te worden uit zijn slaap, zich te herinneren dat hij een koningszoon is, en dat hij in Egypte is om naar die parel te zoeken. De brief vliegt als een adelaar naar hem toe en begint bij aankomst vanzelf te spreken. De prins wordt wakker, herinnert zich wie hij is en weet ook weer wat zijn opdracht is.
Terug naar de slang
Het lied van de parel eindigt als hij de slang opnieuw vindt, diep in de zee, spreekt een betovering uit waardoor de slang in slaap valt en neemt de parel uit de bek van de slang. Hij keert terug naar zijn geboorteland, geleid door de brief. Thuisgekomen doet hij zijn armzalige lompen uit en trekt weer zijn oorspronkelijke koningsmantel aan. Hij wordt verenigd met zijn tweelingbroer en samen worden ze koning.
De symboliek
Het Lied van de Parel verbeeldt de staat van de mens die, na zijn geboorte verdwaald is geraakt in een vreemde werkelijkheid, zichzelf vergeten is en niet meer weet waar hij vandaan komt en vervolgens door een boodschapper namens zijn ouders weer aan zijn ware aard herinnerd wordt, en zo leert zichzelf en zijn bestemming te hervinden.
Dit lied van de parel zit vol “esoterische” symbolen. Als voorbeelden:
De ouders kan men zien als de bron van het wezen van de mens. Het universele “ik”, dat voor iedereen het zelf(de) is. (Zoals de ouder de “bron” zijn van een kind.)
De koningszoon het ego, datgene dat “ik ben ik” zegt. (de ik-figuur in het verhaal)
De kleren van iemand staat symbool voor het lichaam. De koningszoon heeft twee soorten kleren: de koningsmantel en de vieze onreine Egyptische lompen (een hemels en aards lichaam).
Egypte staat voor de materie, de stof.
De zee staat zowel voor substantie als het gevoelsleven. Het gevoelsleven, het rijzen en dalen van het gemoed: eb en vloed van emotie. De substantie (letterlijk: onder-staande), is als bron van alle stoffelijkheid zoals materie en emoties te interpreteren. Zie ook hieronder bij Margarita, Maria en Maya.
De slang staat zowel voor herhaling, reïncarnatie, transformatie, nieuw worden (het vervellen van een slang) en de kennis/wijsheid in de stof opgedaan.
De adelaar voor de wijsheid/inzicht tot spiritualiteit (het opstijgen naar de hemel).
De parel is waardevol: de getransformeerde mens. De resultaten van de strijd tussen licht en duisternis, tussen goed en kwaad (in zichzelf) en tussen vreugde en verdriet. (Zoals de parel ontstaat door het gevecht van de oester – in zichzelf – tegen iets wat wezensvreemd is, bijvoorbeeld een zandkorreltje).
Weet jij nog wie je bent en wat jouw missie is?
Bron: Wikipedia