De band met je kind

Je bent verwekt in de buik van je moeder. Vervolgens mag je daar een tijd vertoeven, je voelt je veilig in het beschermende, warme water en hoort het gereutel van de organen en de regelmatige hartslag van je moeder. Het is daar veilig en vertrouwd. Na 9 maanden samenzijn wordt je abrupt gescheiden van je moeder en wordt alles anders. Ineens is er lucht in plaats van water, licht in plaats van donker, kou in plaats van warmte en de geluiden die je hoort zijn veel harder dan eerst. Wat een indrukken krijg je te verwerken!

Als klein wezentje staat je gevoel en je hart helemaal open en ben je één met je omgeving. Alle prikkels van buitenaf komen bij jou binnen. Je hartje staat helemaal open en je zoekt verbinding met je vader, maar bovenal met je moeder. Jullie waren immers een lange tijd samen één. Dan merk je dat je vader en je moeder je niet met jou kunnen verbinden. Je wordt goed verzorgt: schone luier, voldoende rust en voeding. Maar je verlangt naar meer. Je wil echte aandacht van ze, je wil dat ze jou écht zien. Het voelt niet goed, want je wilt dat je moeder haar hart opent naar jou. Misschien helpt huilen en vervolgens huil je als baby bijna de longen uit je kleine lijfje. Ze proberen je wel te troosten maar door hun ervaringen is hun hart afgesloten geraakt waardoor de echte band na lange tijd er nog steeds niet is. En zo word je op den duur bestempelt als een huilbaby. Als je peuter bent merk je dat je ouders zich ook niet met elkaar kunnen verbinden en een aantal jaren later gaan ze uit elkaar. Je hebt nu gescheiden ouders en een gebroken hart. Om jezelf te beschermen tegen alle pijn maak je een onzichtbaar muurtje om je heen.

Allebei krijgen ze een nieuwe relatie. De relatie die je moeder heeft met je bonusvader is als water en vuur. Soms kunnen ze goed overweg met elkaar, maar soms zijn er ook heftige ruzies. Je merkt als klein meisje dat je moeder het zwaar heeft en je past je aan. Je wilt haar niet tot last zijn en je muurtje wordt alsmaar dikker. Je zoekt geen troost en steun meer bij haar, omdat je haar zwakte ook door begint te krijgen. Je houdt je pijn, verdriet en angst maar voor jezelf. Met als gevolg dat je geen vertrouwen meer hebt in anderen.

Omdat het je nooit is geleerd om je te verbinden, lukt het jou uiteindelijk ook niet om je met anderen te verbinden. Vriendjes en vriendinnetjes hebben niet zoveel betekenis voor je. Je zit veilig achter je muurtje, je dopt je eigen boontjes en wat je vriendinnen vinden, vind jij ook. Je valt niet op omdat je je ook aan hun aanpast. Een eigen mening heb je daarom niet. Je voelt je leeg en eenzaam, het voelt alsof je er niet toe doet. Alle pijn die je hebt laat je niet zien aan anderen en drukt ze allemaal weg. Alleen soms kan je het niet meer tegenhouden en voel je je intens verdrietig. Als je alleen in je bedje ligt laat je de tranen stromen. Onhoorbaar.

In de puberteit leer je een jongen kennen, hij geeft je wat aandacht en jullie worden een setje samen. Hij is soms aardig en soms niet aardig. Maar ach, het voelt vertrouwd want dat is wat je al gewend bent. Jullie blijven jaren samen en gaan uiteindelijk samenwonen. Echt happy voel je je niet, maar ook dat voelt bekend, je weet eigenlijk niet beter. Want de muur is immers nog dikker geworden en je leeft je leven zoals dat van jou wordt verwacht. Steeds meer krijg je het idee om te vluchten. Gewoon weggaan naar een ander land waar niemand je kent en daar je leven opnieuw te beginnen. Zelfs gedachtes om je tegen een boom aan te rijden komen in je hoofd op. Dan is alles voorbij denk je dan. Later komt het besef dat je in de voetsporen van je moeder bent gestapt. Je hebt hetzelfde muurtje om je heen als je moeder en je bent in een relatie gerold met een partner waar je niet van houdt.

Dit verhaal is waargebeurd, het is een voorbeeld van een onveilige hechting. Bij het ontbreken van voldoende emotionele veiligheid en troost leert het kind, na diverse keren te zijn afgewezen, om geen beroep meer te doen op zijn ouders als hij stress ervaart. Dit type kind wordt vaak afgeschilderd als een ‘makkelijk’ kind. Het vraagt immers zelden om hulp en dopt liever zijn eigen boontjes. Het allemaal zelf doen is voor dit kind een manier om om te gaan met negatieve emoties. Gevoelens als verdriet en angst worden naar binnen gericht. Het is een vorm van zelfbescherming tegen de pijn. De hoofdpersoon uit dit verhaal heeft uiteindelijk haar relatie verbroken en heeft een nieuwe man leren kennen waarbij ze zich veilig voelde. Samen hebben ze 2 kinderen. Door naar haar eigen geschiedenis te kijken kon ze bepaalde patronen doorbreken. Daardoor heeft ze nu een hechtere relatie met haar eigen kinderen.

Mirjam Bouwes is kinder- en jeugdtherapeut en is gespecialiseerd in het herstellen en verstevigen van de band tussen ouder(s) en kind. Zoals bovenstaand stukje laat zien is de band tussen ouder(s) en het kind van belang voor het welzijn en de ontwikkeling van het kind. Een positieve relatie tussen ouders en kind beïnvloedt de ontwikkeling van het kind op alle gebieden in positieve zin.

ongelukkig-kind